Een showroom met tal van functies

Begin dit jaar opende NIO, een wereldwijde speler op het gebied van slimme elektrische auto’s, zijn eerste vestiging in Nederland. Het merk onderscheidt zich met een unieke aanpak, waarbij de community centraal staat. De thuisbasis van het merk in Nederland is in maart 2023 geopend en gevestigd in Rotterdam. Dit is het eerste NIO House in Nederland en het derde in Europa.

28.09.2023 | ... x bekeken

© Ossip van Duivenbode
© Ossip van Duivenbode
© Ossip van Duivenbode

Meer dan een showroom

Het NIO House is meer dan een traditionele showroom: het is een ontmoetingsplaats waar bezoekers zich kunnen laten onderdompelen in de wereld van NIO en de modellen live kunnen ervaren, maar dit voelt bijna als bijzaak. De ruimte is vooral ingericht om te kunnen ontspannen, inspiratie op te doen, te werken, vergaderen en anderen te ontmoeten; een mooi voorbeeld van community-building. Dit alles kan onder het genot van een cappuccino in het NIO Café. Kinderen mee? Geen probleem, daar heb je geen omkijken meer naar terwijl ze spelen in de Children’s Hub. Het betrekken van de klantenkring bij hun merk doen ze maar al te graag. Zo organiseren ze regelmatig evenementen en activiteiten, zoals yoga-workshops, lezingen of creatieve sessies. Alles om de bezoekers mee te nemen in de wereld van NIO en de toekomst van mobiliteit.

Lokale trots

Ook het lokale komt terug in de winkel. Zo is de vloer in het NIO House Rotterdam gemaakt door de lokale specialist The Good Floor. Zij gebruiken gerecycled afvalplastic dat onder andere uit de nabijgelegen Maas is gevist. Het huisdrankje – ook wel de Dutch Courage genoemd – heeft de stad als inspiratie. Deze speciale mocktail bevat ingrediënten als kaneel, kruidnagel en nootmuskaat. Specerijen die honderden jaren geleden via Rotterdam in- en uitgevoerd werden. Met deze lokale elementen laat het NIO House Rotterdam zien dat het niet alleen een wereldwijd merk is, maar ook oog heeft voor het lokale.

© Ossip van Duivenbode
© Ossip van Duivenbode
© Ossip van Duivenbode
© Ossip van Duivenbode